Home › Over Dichterbij › Verhalen van collega’s › Ervaring van Janine
Janine liep in haar laatste jaar van de opleiding Verzorgende IG stage bij Dichterbij. Tijdens de stage kreeg ze al een contract aangeboden voor een bijbaan die ze heeft aangenomen. Janine werkt nu met cliënten op leeftijd met een matig tot ernstig verstandelijke beperking, waaronder ook personen met dementie.
“Tijdens mijn stage vond ik het steeds leuker worden om in de gehandicaptenzorg en met de cliënten te werken. Daardoor vond ik het moeilijk om afscheid te nemen, want je krijgt toch een fijne band met elkaar. Dat was een grote reden om te blijven werken bij Dichterbij.’’

“Het mooiste aan dit werk vind ik dat ik de cliënten een fijne dag bezorgt. Je zorgt er ook voor dat ze zich lekker in hun vel voelen door samen dingen te doen, zoals een spelletje of samen te fietsen. Je neemt echt de tijd voor persoonlijke aandacht, zodat iedereen zich fijn voelt.”
“Het grootste verschil met andere sectoren in de zorg, zoals de ouderenzorg waar ik ook werk, is dat je hier echt de tijd hebt en neemt voor de cliënten. Het is niet van snel, snel en klaar. Daardoor bouw je een band op met cliënten en is het meer alsof je een soort familie bent van elkaar. Dat vind ik juist heel leuk en positief.”

‘’Toen ik binnenkwam bij Dichterbij wist ik nog helemaal niks over mensen met een verstandelijke beperking of het werken in de gehandicaptenzorg. Tijdens mijn stage ben ik op het gebied van begeleiden echt heel erg gegroeid in hoe je het werk aan moet pakken en met cliënten om moet gaan.
Er is bijvoorbeeld een cliënt die niet kan praten. Soms zie ik dat ze een binnenpretje heeft en dan weet ik dat ze goed in haar vel zit. Als ze iets wil uitleggen, zeg ik: ‘Wil je me wat vertellen?’. Dan pakt ze mijn hand, neemt me mee en wijst het aan. Zo leer je in de loop van de tijd beetje bij beetje begrijpen wat iemand bedoelt, ook als die niet kan praten, en vind je samen een andere manier om te communiceren.”
“In de loop van de tijd heb ik veel geleerd en daardoor meer vertrouwen gekregen in mezelf als begeleider. In het begin durfde ik niet zo goed alleen op een woning te staan, omdat ik bang was dat ik niet wist wat ik moest doen als er iets gebeurde. Door feedback en gesprekken met collega’s sta ik nu sterker in mijn schoenen. Van nature ben ik best een zacht persoon en soms iets te lief. Maar in dit werk moet je soms ook duidelijk kunnen zijn, waar ik sterker in geworden ben.”

‘’Gerd heeft een matig tot ernstig verstandelijke beperking. Vanaf het begin heb ik een hechte band met hem. Hij is een vriendelijke en vrolijke man die wel van een grapje houdt. Lopen kan hij goed, maar praten is voor hem wat lastiger. Soms vraag ik wat hij de dag ervoor heeft gedaan en dat kan hij het me meestal wel vertellen. Ik ga vaak met Gerd fietsen of ergens naartoe, want dat vindt hij helemaal geweldig en daar geniet hij echt van. Soms vindt hij het ook leuk om mij een beetje te plagen.
Tussen onze woning en de woning ernaast zit de inloop, een dagbesteding die helemaal gericht is op wat de cliënt nodig heeft. Gerd gaat hierheen. Hij vindt het leuk om papier te snipperen, dus sparen we oud papier voor hem. Dat doet hij net zo lang tot hij geen zin meer heeft. Dan wil hij bijvoorbeeld weer gaan fietsen.’’

07.00 uur
De dagdienst begint om zeven uur. Ik begin met het aanzetten van de koffie voor collega’s en lees me in over hoe de cliënten er aan zijn geweest de laatste tijd.
07.30 uur
Samen met mijn collega’s stemmen we af wie welke taken oppakt. Daarna begin ik met het verzorgen van de bewoners. Dat kan variëren van hulp bij wassen en aankleden tot kleine dagelijkse handelingen.
09.00 uur
Ontbijttijd. Eén cliënt gaat zelfstandig naar de inloop om daar te ontbijten. Met de bewoners die in de woning blijven, eet ik samen.
09.45 uur
Ik breng één bewoner naar de inloop. Even later breng ik de tweede bewoner. Zij gaan apart, zodat het voor hen rustiger blijft en ze prikkels beter kunnen verwerken.
10.15 uur
De rest van de ochtend staat in het teken van huishoudelijke taken. Ik zet de wasmachines aan, leeg de vaatwasser en werk de agenda af.
12.30 uur
Lunchtijd. Eén of twee cliënten eten mee. Soms bakken we samen een eitje, soms eten we pap of gewoon een boterham. Dit bekijken we op de dag zelf.
13.30 uur
Na de lunch pak ik de laatste taken op. Dan ben je eigenlijk alleen maar bezig met agenda’s, andere taken en soms een beetje schoonmaken.
14.30 uur
De collega van de avonddienst komt binnen. We nemen rustig de tijd om over te dragen, zodat zij goed op de hoogte is van hoe de dag is verlopen. Daarna zit mijn dienst erop.